Op deze woensdag zit ik in de trein naar Frankrijk. Aan het eind van de vorige reis had Rens me gevraagd of ik ook een deel van de terugweg mee wilde varen. Leeg in ballast het kanaal, daarbij kon hij wel een handje gebruiken. Nou graag! De Thalys en de TGV brengen me vandaag naar Dijon om precies te zijn. Met 300 kilometer per uur zoef ik door het Belgische en Franse land. Wat is dat toch heerlijk reizen per trein.
Op internet heb ik uitgevonden dat er een lokale bus moet zijn van Dijon naar Maxilly sur Saone aan het begin van het Canal de la Marne à la Saône. Daar heb ik vanavond met Rens afgesproken. Het is een rit van een kilometer of veertig. De bus staat niet alleen op internet, hij rijdt nog ook in het echt, is prima op tijd en wordt gechauffeerd door een potige doch bijzonder aardige vrouw. De route gaat precies over de sluis waar Rens ligt. En dat voor Euro 1,50. Kan het mooier?
De Veridis Quo ziet er inmiddels behoorlijk anders uit dan toen ik anderhalve week geleden afstapte. De achterkant ligt nu diep en de boeg steekt hoog boven het water uit. Niet echt moeders mooiste meer, in deze houding. Door het achterste deel van het lege ruim vol te laten lopen met kanaalwater heeft Rens het schip geballast. Zo kunnen we met de stuurhut onder de bruggen van 3.60 meter door. Er is zelfs nog wat speling voor nog lagere bruggen.
Ook heeft hij van alles gedemonteerd, zoals de schijnwerpers op de boeg en de mast met de toplichten en de vlaggen. We drinken een biertje op het weerzien.
Het is nog donker als ik rond zes uur het kanaal inspring voor mijn dagelijkse zwempartijtje. Is me de vorige keer goed bevallen, dus ik probeer de routine er nog maar even in te houden. Een beetje beweging is tenslotte niet verkeerd. We vertrekken om 6.20 uur nadat Rens de plaatselijke bakker bezocht heeft en in ruil voor een paar Euro een flink deel van zijn verse baguettes heeft overgenomen. Wat een heerlijk leven.
Onderweg spreken we een Engelsman die niet alleen goed Frans spreekt, maar ook vertelt dat hij vroeger in Engeland binnenvaartschipper was. Met narrowboats, nota bene! Hij kon twee keer 50 ton meenemen, vertelt hij, met twee narrowboats. Een soort mini-koppelverband, stel ik me zo voor. Nu vaart hij met een opgebouwde (Nederlandse) luxe motor en runt een vaarschool in Frankrijk.
We starten vandaag bij sluis Cusey nummer 22. Dat betekent dat we gisteren toch al weer twintig sluizen hebben gedaan. We doen het vandaag rustig aan en starten de Detroit Diesel pas om 7.15 uur. Er is regen voorspeld, maar voorlopig is het droog. Wel zien we dat precies vandaag de herfst inzet. Wonderlijk hoe dat zo in een keer kan toeslaan. De bomen verkleuren naar gele tinten en de eerste blaadjes waaien in het water.
Met de kop zo hoog en de stuurhut laag is het ondertussen heel anders varen dan op de heenreis, toen we geladen waren. Dankzij een videocamera voorop zien we nog enigszins waar we naar toe gaan. Voor de rest is het kijken naar de zijkant van het kanaal. Bij de sluizen zijn we overgegaan tot tellen. Ik zit op de bakboordbolder en vertel Rens met cijfers of hij meer naar bakboord of stuurboord moet, hoever de ingang van de sluis nog weg is en of we er recht voor liggen. Leuk werk. En het gaat elke sluis beter.
Vannacht lagen we in de buurt van Langres. 's Avonds ben ik er even naar toe gelopen. Het was drie kwartier zwaar klimmen. Maar wat een prachtige citadel is die stad. In een café op het centrale plein speelde een geweldig jazzbandje. De terugweg was wel even donker, want de Fransen hebben maar zelden lantaarnpalen buiten de bebouwde kom.
We beginnen vandaag met een prachtig uitzicht op Langres aan bakboord. Als we langsvaren wordt de burcht met een bijna irreel laag zonlicht beschenen. Dat is het licht wat schilders als Van Gogh zo graag op hun doeken wilden vereeuwigen. Wij krijgen het zomaar onverwachts in het echt voorgeschoteld.
In Nederland waait het en is het koud, verneem ik via de mail. Wij hebben een lekker zonnetje. Dat is het voordeel van het wat zuidelijker opzoeken. Wel krijgen we 's middags een stevige stortbui over ons heen, dat kan ook in Frankrijk.
Als we tegen de avond een tot woonschip omgebouwde spits tegenkomen blijkt weer eens hoe ondiep het kanaal is. Zeker uit het midden van het kanaal blijft er weinig van de beloofde vaardiepte over. Ik heb al foto's gezien van hoe twee geladen spitsen langs elkaar proberen te komen met de hulp van takels. Zover is het bij ons nog net niet. Maar het passeren gaat wel gepaard met veel motorvermogen en dikke modderwolken.
We zijn al weer 34 sluizen in de afdaling en dat is ongeveer de helft van dit traject. We vertrekken vanochtend met mist. Nou ja, het is tenslotte september. De camera voorop helpt ons nog een beetje met het uitzicht naar voren.
Na 11 uur wordt het prachtig weer. Tijd om nog eens goed te genieten van hoe mooi het kanaal eigenlijk is. De bouw ervan heeft tussen de veertig en vijftig jaar geduurd. Dat is af te lezen aan ingehakte jaartallen op de sluiswachterswoningen. De Franse ingenieurs begonnen rond 1860 aan de noordkant bij de Marne. Het was al na 1900 toen het kanaal en de laatste sluizen bij de Saone klaar waren. Wie dus zijn carriere als jonkie bij de bouw van het kanaal begon, ging met pensioen toen het klaar was.
Het is ongelooflijk wat een mooi stuk werk de bouwers hebben afgeleverd. De ingenieurs hadden kennelijk niet alleen verstand van waterbouw, maar ook goede smaak en trots. Wie een beetje oog heeft voor architektuur ontdekt snel prachige grote lijnen en de fijne details. Over elke bocht en elke sluis is nagedacht, elk onderdeel werd met met zorg ontworpen.
Je ziet een fraai stramien dat ten grondslag ligt aan het hele ontwerp en toch is iedere sluis, brug, trapje, hekje, aquaduct weer net even anders. Elk sluiscomplexje kreeg zijn eigen, doordachte layout, weer net even anders dan de vorige of volgende omdat er een dorpsweggetje overheen moest of een schuine spoorlijn het kanaal kruisde. Ook de techniek was van hoog niveau. Een mooi voorbeeld: de liertjes die worden gebruikt om de ophaalbruggen op te halen. Na meer dan honderd jaar doen ze het nog steeds. Het geldt ook voor veel van de overlaatschuiven om het kanaal op peil te houden.
Het kanaal is in feite een levend monument van meer dan 200 kilometer. Levend, want het systeem werkt nog zoals het in de voor-vorige eeuw bedacht werd. De sluizen doen het nog, net als het systeem waarmee de panden op peil worden gehouden. Een stukje vakmanschap waar je ontzag voor kunt hebben. Het is te hopen dat het ook echt levend wordt gehouden. Net voor zevenen pakken we nog een laatste sluis.
Het is nog donker en mistig als ik mijn baantjes zwem. We liggen aan een van de vele picknickplaatsjes langs het kanaal. Vanaf de wegkant te zien staat er een bord dat 'nomades' hier niet welkom zijn. Vracht- en pleziervaarders horen daar kennelijk niet bij.
Na een paar uur varen komt het avontuur van vandaag: de laagste brug van het traject. Als we er met de boeg onderdoor varen buigt het stukje meetlat dat Rens op het hoogste punt heeft geplant vervaarlijk door. Dat betekent dat de stuurhut er niet onderdoor gaat passen. We varen tot de stuurhut bijna de brug raakt. De dikke klinknagels van deze oude spoorbrug gaan echt niet meegeven.
Extra ballast dan maar. Terwijl ik het schip een beetje op zijn plek houd laat Rens de achterpiek vollopen. Echt veel scheelt dat nog niet. Een aanloopje met veel gas dan maar. Het heeft veel weg van een kamikazeactie met al dat gebrul en dikke rookwolken, maar als we bij de brug zijn blijken we zeker tien centimeter speling over te houden. Je moet er wel stalen zenuwen voor hebben. Die heeft Rens dus. En praktijkervaring.
We maken lange dagen en dat betekent dat we 's avonds nauwelijks meer iets doen. Soms vinden we de kans om nog even wat televisie te kijken. Het is tenslotte goed om te weten hoe het met de Oekraine en Irak gaat. Nieuwsuur dus. Soms kijken we een praatprogramma. In een daarvan wordt uitdrukkelijk getoond hoe banken ondernemers kunnen mangelen. Als er ook maar een of twee termijnen niet afgelost worden gaan ze over tot openbare verkoop, met een restschuld tot gevolg, zo vertellen meerdere ondernemers die het overkwam. Banken vermijden als het maar even kan is in feite de boodschap.
Gisteren gebeurde er iets onverwachts. We raakten met de schroef iets op de bodem van het kanaal. Ik maak richting Rens nog de grap dat we over een auto varen die daar met een mafiadode is gedumpt. Vandaag ontdekken we een vreemd geluid elke keer als we de schroef in zijn werk zetten, zowel voor als achteruit. Rens is er niet gerust op. Hij is bang dan de keerkoppeling een opdonder heeft gehad. Later trekken we de conclusie dat het er meer op lijkt dat er speling in de schroefas zit. We varen nog, maar helemaal lekker zit het niet.
In de haven van Reims vragen we de schipper van een bevriende spits om raad. Die duikt de machinekamer in en ziet dat er inderdaad een probleem is met de schroefas. Die heeft speling in de lengterichting. Rens belt met Nederland om te kijken of het handig is om hier een monteur voor te laten komen. Het probleem is natuurlijk wel dat het bijna 500 kilometer is en dat de reiskosten daarom torenhoog zullen zijn.
Na een ochtend wikken en wegen besluit Rens zelf aan de slag te gaan. Samen duiken we de machinekamer in. Er moeten een paar dikke moeren losgedraaid worden. Ze zitten moervast - vandaar die term waarschijnlijk. Zo moervast dat het ons aanvankelijk met geen mogelijkheid lukt er ook maar enige beweging in te krijgen. Met een stuk pijp als verlengstuk en op de juiste manier kracht zetten komt de eerste. Dat geeft hoop, en anderhalf uur later hebben we de hele flens los.
Dan zien we dat er inderdaad iets los zit, een soort buitenmaat moer die er voor zorgt dat de schroefas vastgeklemd zit. We draaien het onderdeel vast en alles kan weer gemonteerd worden. Krom, stijf en vies zijn we geworden van het werken in de nauwe ruimte onder de watertank. Maar we hebben wel voldoeing: high five, klus zelf geklaard!
Vanwege huiselijke verplichtingen ga ik weer naar Nederland. Het treinstation van Reims is maar drie kilometer verderop. Vanaf daar gaat om 9.15 uur de TGV die mij in 45 minuten naar Parijs brengt. En na een onbijtje op een Frans terras verder naar Nederland. Het was weer een mooie trip.
Restriction de navigationSaone
modifiant l'avis FR/2024/07157Marne
modifiant l'avis FR/2024/07134Canal du Loing
modifiant l'avis FR/2024/07707Canal du Rhône au Rhin, branche Sud
cloturant l'avis FR/2024/07675Canal du Rhône au Rhin, branche Sud
modifiant l'avis FR/2024/06653Seine à l'amont de Paris
SILVER LINING