ELV Photo

ELV France SARL
10, rue Michel Servet
FR 59000 LILLE
Frankrijk
+31 10 31 39 952

ELV
Boterdiep 46
3077 AW Rotterdam
Nederland
+31 10 31 39 973

ELV +31 10 31 39 973

Met de Westropa van Vitry-le-François naar Herent

Zondag 30 november: Naar de Westropa in Vitry le François

André van het motorschip de Unicum heeft mij vanuit Ribecourt ‘even’ naar Vitry le François gebracht. We belanden na een rit van ongeveer 160 km, op nog geen 100 meter van de Westropa, alleen jammer dat we met de auto er niet bij kunnen komen. Dan nog maar een stukje lopen.

rob-kaart.jpg
Als we vanaf de parkeerplaats richting het kanaal lopen zien we de Westropa liggen. Bij André heb ik na een aantal reizen al aardig wat opgestoken over het hoe en wat van de spitsenvaart op Frankrijk. Maar omdat André met een verlengde spits van 50m vaart zijn er stukken van Frankrijk waar hij met de Unicum niet kan komen. Daarom stelde hij voor om eens met Janarie en Henny op de Westropa mee te varen. ‘Voor het betere 5 meter werk’, zoals André het noemde. De komende dagen ga ik erachter komen wat dit betekent...


Eenmaal aan boord word ik verwelkomd door Janarie en Henny en Laska, een grote witte Zwitserse herder. André blijft niet lang hangen, want die heeft nog een flinke rit terug voor de boeg. Janarie en Henny laten mij zien waar ik voor deze reis mag verblijven. Na de eerste kennismaking, duik ik op tijd mijn bed in. Voor ik in slaap val denk ik nog even bij mezelf; ”l’ aventure commence...”.

Maandag 1 december: Vitry le François - lossen

rob-stuurhut.jpg
Vandaag gaan we eerst naar de losplek, Henny vraagt of ik een stukje wil varen, natuurlijk wil ik dat wel. De Lucania ligt voor de wal en is nog niet leeg en wij zijn als volgende aan de beurt, nog even wachten dus. Tegen het middaguur worden we door een kraan met grijper gelost in vrachtwagens. Het gaat niet vreselijk snel maar wel gestaag.


‘s Avonds zijn we uitgenodigd door Rens van de Veridis Quo en Mattijn van de Nano voor een gezamenlijk etentje aan boord van de Veridis Quo. Natuurlijk wordt er begonnen met de onvermijdelijke Franse ‘escargots’, slakken dus. Na een korte geste over de eventuele twijfelachtige herkomst wordt er toch gretig op deze lekkernij aangevallen.

Dinsdag 2 december: Vitry le François - Chalons en Champagne, afbreken, weer opbouwen en laden

Er staat een hoop op het programma vandaag. Allereerst moet de stuurhut afgebroken worden. De auto van het dek en in het ruim geplaatst en er moet ballast gezet worden. De bruggen die we onderweg tegen gaan komen zijn namelijk zo laag dat het, zelfs met het stuurhutdak eraf, allemaal maar net kan.

Als alles gereed is kunnen we op weg naar Chalons en Champagne. Na de eerste brug wordt al meteen duidelijk, dat het afbreken van de stuurhut geen overbodige luxe was. Er is niet heel veel ruimte over. Op tijd bukken is dan ook een echte aanrader...

Naast bruggen zijn er ook veel sluizen, heel veel sluizen. Alleen op de 32 km naar Chalon passeren we er al 9. Dit zijn geen sluizen à la Kornwerderzand of Krabbegatssluis, nee bepaald niet. Maximale breedte 5,20m, is de sluis al wat ouder kan het zijn dat de muren wat naar binnen gezakt zijn. Die 5,20m is dus maar indicatief. Een spits met een breedte van 5,11m is dus al behoorlijk aan de maat.

300m voor de sluis hangt een stangetje die je naar links en naar rechts moet draaien, zodat de sluis klaar staat als je er aan komt. De muren zijn zo laag in de afgaande vaart, dat je zelfs geladen de sluis bij aanvaren niet eens kunt zien. Je moet dus echt langs het schip kijken om in te varen. Dat doet Henny dus ook als Janarie de sluis in vaart. Je kan merken dat ze dit al heel lang doen. Henny geeft aanwijzingen tot op de centimeter en Janarie stuurt tot op dezelfde centimeter de sluis in.

Eenmaal in de sluis begint het volgende spektakel. De sluis is niet erg lang, zeg maar rustig heel erg kort. Zit je met je voorschip te ver naar voren, kunnen de deuren niet open. Zit je met je achterschip te ver naar achteren, worden je roeren ontzet door de drempel. Het devies is dus, doorvaren tot 5 tot 10 cm voor de deur en dan de roeren dwars, even aan het stangetje naast de sluis trekken om de boel in werking te zetten, klaar om te schutten. Daarna is het zaak het schip op zijn plek te houden, zodat er op of neer geschut kan worden.

Makkelijker gezegd dan gedaan, dat op zijn plek houden. Daar komt toch heel wat bij kijken. Het schip wordt op zijn plek gehouden door staalkabels, voordeel is dat hier weinig of geen rek in zit. Een steekeind naar achteren en een lengte kabel naar voren. Afhankelijk van of je op of afschut, moet er gevierd of doorgehaald worden. De truc is het allemaal in de juiste volgorde en op het juiste moment te doen. Henny doet het eerst een paar keer voor, daarna mag ik meedoen, na nog een paar keer doe ik het zelf onder wakend oog van Henny.

Ik merk dat het best een kick geeft als het allemaal lukt en lekker loopt. Dan realiseer ik me dat schippers als Mattijn van de Nano en Rens van de Veridis Quo dit elke dag alleen doen, dat dwingt respect af.

Als we in Chalons aankomen ligt de Lucania er al. Langs de kade is een baggerschip bezig. Janarie kijkt tevreden hoe ze bezig zijn. Je ziet tenslotte niet alle dagen goede werken verrichten.

Nu we tegen de kant liggen kan de stuurhut weer uit het ruim en terug op zijn plek, de auto op de kant en de ballast eruit gepompt.

Woensdag 3 december: Chalons - vallei Condé sur Marne

rob-laden.jpg
Voor het laden komt Janarie met een peilstok aanzetten. Tijd voor mij om ingewijd te worden in de geheimen van het laden. We doen een rondje langs alle zes de ijken, bakboord en stuurboord en noteren onze bevindingen. Dan is het rekenen geblazen. Eerst het gemiddelde uitrekenen van de metingen op de ijken ongeladen. Dan bepalen wat de maximale diepgang is voor de te varen reis. Dan de maximale inzinking op de ijken berekenen. Via de gegevens van de meetbrief kan dan het maximaal te laden tonnage uitgerekend worden. Cool bananas, want daar draait het natuurlijk allemaal om.

Als we weer gaan varen komen we wederom heel veel sluizen tegen. Volgens Henny krijg ik de smaak al aardig te pakken, misschien had ze dat beter niet kunnen zeggen...

Inderdaad gaat het in het begin best aardig, alleen moet ik iedere keer net iets verder zodat de roeren achter goed vrij zijn. Dus daar moet aan gewerkt worden, het gaat steeds beter en vlotter. En ja hoor, dan gaat het een keer net iets te vlot... We zakken net iets te ver door en zakken tegen het hek van de loopbrug op de sluisdeur. Ik schrik me een ongeluk en Henny natuurlijk ook.

De schade blijkt enkel een krasje in de verf. Janarie en Henny verzekeren me dat ik niet de eerste ben die dit overkomt en waarschijnlijk ook zeker niet de laatste. Toch blijft het me lang niet lekker zitten en de rest van de dag blijf ik met regelmaat te vroeg afstoppen, om het maar niet nog een keer te laten gebeuren. Eigenlijk is dat dan precies niet de bedoeling, omdat schade aan de roeren veel erger is als verfschade op steven of ankers. Ach ja de weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. In ieder geval ben ik weer een avontuur en een hoop wijsheden rijker.

Donderdag 4 december: Condé sur Marne - Reims

rob-tunnel.jpg
Op het Canal de l'Aisne à la Marne passeren we weer, je raad het al, sluizen. Dit keer zit er ook een tunnel op de route. Met André ben ik op het Canal du Nord al vaker door een tunnel gevaren, toch blijf ik het altijd leuk vinden om door zo’n tunnel te varen.


Net voor Reims vertelt Janarie dat hij en Henny deze avond bij een vriend die in de buurt woont gaan eten, ik ben ook uitgenodigd. Ik vind het geweldig aardig, dat ik als vreemde word uitgenodigd. Stiekem maak ik me wel een beetje zorgen over mijn Frans, wat nou niet formidable is. Volgens Janarie en Henny heb ik niets om me zorgen over te maken, Sebastian is heel geduldig met mensen die moeite hebben met Frans spreken.

Sebastian is sluiswachter en woont op de sluis, dat is nog wel een flink stuk weg van waar we ‘s avonds komen te liggen. Zijn zoon komt ons ophalen met de auto, wel zo relaxed natuurlijk.

Sebastian woont op een geweldig mooie plek, zo wil iedereen wel wonen, ik in ieder geval wel. Midden in de natuur aan het water, naast je werk, in een prachtig oude sluiswoning. Als we arriveren worden we hartelijk welkom geheten, uit de keuken komen de heerlijkste geuren.

In het begin schaam ik me een beetje voor mijn gebrekkige Frans, maar dat blijkt nergens voor nodig. Voor Sebastian en zijn vrouw lijkt het geen enkel probleem mijn gehakkel te verstaan, ze zijn inderdaad erg geduldig.

Het voorgerecht is, u raadt het al... Escargots, heerlijk wederom genieten. Daarna schuiven we aan voor de fondue. Als voorafje is er nog zelf gemaakte zwijnen paté, gemaakt door de vader van Sebastian, ook weer verrukkelijk. De Fransen nemen eten toch veel serieuzer als ons Nederlanders. Daar kunnen we nog een hoop van leren.

Sebastian vindt dat ik ook moet ontdekken wat de Fransen een ‘canard’ noemen. Letterlijk vertaald is dat natuurlijk gewoon een eend, maar deze is toch net even anders. Sebastian schenkt een bodempje zelfgemaakte appel likeur in een glas en reikt mij de suikerpot. Nu is het de bedoeling dat ik een suikerklontje op de bodem van het glas leg en wacht tot het suikerklontje alle drank heeft opgelost en dan opeten. Het is inderdaad erg lekker. Het is volgens mij ook een heel erg goede manier om snel aangeschoten te raken, ik laat het dus maar bij eendje.

Vrijdag 5 december: Reims - Villeneuve St Germain

Net voordat we Reims binnenvaren ligt er hele mooie spits tegen de kant voor de sluis. Ik maak er een opmerking over tegen Janarie, volgens hem is ze te koop. Als we de sluis ingevaren zijn komt er een man in overall de sluis op gelopen, het blijkt de eigenaar van de spits te zijn. Janarie hoort de man een beetje uit over de spits. Hij vertelt dat hij er 40 jaar mee gevaren heeft zonder boegschroef en nog nooit een deuk heeft gevaren. Nogal een uitspraak, maar als ik naar de spits kijk, ben ik meteen bereid hem te geloven, ze ziet er werkelijk heel mooi en strak uit.

Zaterdag 6 december: Villeneuve St Germain - Pont L'eveque

Van de L’Aisne gaat het eerst naar Compiegne, we moeten nog even smeerolie laden bij de bunkerboot. Als we aangelegd hebben bij de bunkerboot wordt het bestelde vat met een kraan aan een ketting wat opgehesen. Nu kan de zwaartekracht zijn werk doen. En hebben wij even de tijd om in de winkel te neuzen. Als we de wal oplopen herken ik het ineens, hier ben ik met André van de Unicum ook al eens geweest, maar dan met de auto voor onderdelen. In de winkel is er van alles te vinden, als het maar met schepen en scheepsonderhoud te maken heeft. Janarie vertelt dat het meeste wat er te koop is, stiekem toch uit Nederland komt.

Zondag 7 december: Pont L'eveque - Peronne

Vandaag langs het Canal du Nord richting Peronne. Janarie laat me de sluizen in varen, de ene keer gaat het wat soepeler als de andere. Het is behoorlijk druk en regelmatig moet er gewacht worden voor er geschut kan worden. Ik krijg veel oefening met sturen deze dag en ik mag ook de tunnel in en doorvaren. We komen tot aan sluis 13, dan is het op en draaien de sluizen niet meer.

Maandag 8 december: Peronne - Pont Malin

Nu nog het laatste stukje Canal du Nord. Ik mag vandaag alweer wat sluizen insturen. Janarie laat me ook af toe het schip stil houden om te wachten voor een schutting.

Dinsdag 9 december: Pont Malin - Tournai

We zijn al vroeg op pad, zodra de eerste sluis gaat draaien zijn we weg. Alles gaat voorspoedig tot we op het punt komen waar we een keuze moeten maken welke route we verder kiezen om naar boven te komen. We horen over calamiteiten bij een sluis in Tournai. Over Tournai varen is normaal gesproken de snelste route. Andere alternatieven betekenen omvaren of een route kiezen met kans op nog langere vertraging vanwege een gebied met stremmingen. Ben je dit gebied niet op tijd door, lig je weer vast.

Het punt om te kiezen nadert er is veel overleg met andere schepen. Zijn er nog andere alternatieven en hoe vlot zijn die dan? Wat is er precies aan de hand met de sluis? Gaan we het er op gokken dat de sluis binnen enkele uren gerepareerd kan worden? Alle mogelijkheden worden onderzocht. Na verloop van tijd horen we dat het om een kapot scharnier gaat, dit lijkt geen onoverkomelijk euvel. Maar Tournai ligt in het Waals gedeelte van België, daar gaat alles in een ander tempo en onderhoud lijkt een vreemd en exotisch concept, waar nog niet veel van gehoord is.

We besluiten toch maar over Tournai te gaan, we horen hier en daar positieve geluiden en het zou dus allemaal reuze mee kunnen vallen. Het laatste nieuws is dat we rond een uur of vier meer zullen horen als er naar het probleem gekeken is.

Het valt niet mee. Als we Tournai binnenvaren horen we dat er inderdaad naar het probleem gekeken is en de conclusie is getrokken dat dit toch wel een erg ingewikkeld probleem is om op te lossen zo net voor etenstijd, bovendien wordt het toch ook al bijna donker. Morgen meer dus.

Woensdag 10 december: Tournai - Oudenaarde

Er is nog steeds geen nieuws over hoe het met de sluis gesteld is. Dus wachten, wachten, wachten. Nou niet bepaald iets waar ik in uitblink. Eens kijken of er iets te verzinnen is waar ik me mee bezig kan houden. Janarie legt uit dat er nog van alles in de achterpiek moet gebeuren en ik heb hier wel oren naar, omdat dit het soort klussen zijn die meestal niet deel uitmaken van de standaard stageopdrachten, maar waar je wel heel veel aan kunt hebben als je ze later zelf tegenkomt op je eigen schip.

Henny heeft ook een goeie; verse broodjes halen. Omdat er geluiden komen dat er misschien binnen afzienbare tijd toch weer gedraaid gaat worden op de sluis en de tijd dan beperkt is wordt voor het laatste besloten. Even later loop ik de stad in op zoek naar verse baguettes. Ik hou er enorm van om lekker te dwalen door vreemde steden, maar besluit toch maar om recht op mijn doel af te gaan, stel dat de sluis op tijd gerepareerd is... Als eerste kom ik langs een Carrefour, die laat ik links liggen, ik ben tenslotte op zoek naar een echte bakker. Een paar straten verderop vind ik er één. Ik loop naar binnen en snuif de geur op van vers gebakken brood, lekker. Gewapend met verse baguettes en chocolade- en amandelcroissants loop ik weer naar buiten. Terug aan boord hoor ik dat de sluis weer gaat draaien, gelukkig is er toch nog tijd om eerst rustig even wat te eten.

Na het eten praat ik nog even met de buurman waar we naast liggen, de schipper van de Rio Negro, een groot schip, hij heeft heel ingewikkeld uitziende pompinstallaties in voor een raffinaderij. Hij vraagt of wij al iets weten over de sluis, ik vertel hem wat ik weet, weinig tot niets dus. Ik wens hem goede vaart en loop weer naar achteren. Dan gaat het gebeuren. De sluis gaat draaien! We kunnen eindelijk allemaal weg. Ik heb nog net op tijd los gegooid of daar schiet de Rio Negro er al tussen uit. Hij heeft kennelijk ineens haast.

Tot vier keer toe schutten we met de Rio Negro de Lucania en de Sarah. In de derde sluis komt Rita van de Lucania met een grote schaal aanzetten, pannekoeken. Deze worden gretig in ontvangst genomen.

Eenmaal weer op weg horen we Luciën van de Lucania regelmatig over de marifoon, hij lijkt alle schippers in België, Nederland en Frankrijk persoonlijk te kennen. Met de gezellige geluiden van radio Lucania op de achtergrond varen we verder.

rob-tournai.jpg


Donderdag 11 december: Oudenaarde - brug Herent

Vandaag gaan we over de Zeeschelde, een getijde rivier. Het is zaak van te voren goed te kijken hoe het tij loopt in verband met diepgang en het passeren van bruggen. Janarie heeft gister al gekeken wanneer het de juiste tijd is om te vertrekken. Janarie vertelt dat er op deze rivier veel bochten zijn waar je goed op moet letten, in verband met ondieptes en de scherpte van de bochten.

Op het spannendste stuk mag ik sturen, bedankt Janarie. Ik merk dat het inderdaad opletten geblazen is. De rivier maakt op dit punt dezelfde kronkels als de Seine bij Parijs, alleen is deze rivier een stuk smaller. Ik zit geconcentreerd te sturen en tegelijkertijd verschrikkelijk te genieten. Deze rivier heeft een grillige schoonheid, waar ik wel van hou.

Van de Schelde varen we de Rupel op richting Mechelen, als het mee zit kunnen we vanavond Herent nog halen, maar het zal krap worden.

Bij Zennegat gaan we de sluis in het kanaal naar Leuven op. Wat een aparte oude sluis is dit, de sluis wordt gevormd door twee ronde kommen en een recht stuk in de midden. Dat is even lastig met een touw zetten, maar gelukkig niet onoverkomelijk.

De sluis bij Battel heeft wat problemen en blijft halverwege open staan, net als we eruit willen varen. Janarie heeft even contact met de sluis. Den Guido komt kijken, het zal wel iets met de beneden deuren zijn. Wij vinden dit raar want we zijn toch net opgeschut, maar goed, niet mee bemoeien. Den Guido komt al aanlopen richting de beneden deuren en inderdaad na wat gerommel gaat onze bovendeur open, heel apart.

De sluis bij Kampenhout is misschien wel de meest ongelukkig neergelegde sluis ooit, wie deze kromme constructie bedacht heeft was duidelijk nog niet wakker. Hoewel het waarschijnlijk is dat de sluis er eerder was als het kanaal en hadden ze geen ander gereedschap als een liniaal bij de aanleg van het kanaal, dan zijn bochten altijd lastig natuurlijk.

In de zwaaikom net voor Herent gaan we rond zodat we het laatste stuk achteruit naar de Cargill silo kunnen varen, wel zo makkelijk als we straks weer weg moeten. Er staat een harde wind dwars op het schip, maar met wat hulp van de boegschroef gaat het prima.

Als we tegen de kant gaan ligt de Lucania er al en de Veridis Quo komt vlak achter ons aan.

Vrijdag 12 december: Herent

Een ander schip, de Spes Mea, wordt al gelost. Het blijkt niet echt vlot te gaan. Maandag worden we pas gelost, misschien, als er niet gestaakt wordt. We gaan het wel zien, onze reis zit er in ieder geval op.

Avis


SQUEEZE

SQUEEZE

TRACKING & TRACING

Tracking and Tracing
MEER >
×

Tracking en Tracing




×

INLOGGEN