Op 29 december heb ik afgesproken met de l'Ombrage om op te stappen. Het wordt sluis Duffel daar er op de Maas te veel water stond. Bedoeling was om nog door te varen naar de Schelde, om zo de volgende ochtend van het tij te profiteren, maar de sluismeester van dienst raadt het af om in het donker nog naar beneden te gaan.
De volgende ochtend tegen het tij varen dus en eens op de Schelde besluiten we vast te maken want ook hier tegen het tij opvaren is een beetje te veel van het goede.
De dagen daarna op bekend terrein, tot na Reims, waar we richting Marne gaan. Vanaf Vitry le Francois halen we nog maximum 3 KM/h en lijkt het of we constant tegen de bodem schuren.
's Avonds vastmaken is ook een bezigheid op zich. Doordat het zo ondiep is tracht je een touw te gooien naar de palen (die ook al een eind in het water staan) en lig je op een meter of 3 ervan vast in de modder. Aan de kant komen kan steeds via de touwen.... En soms blijkt de enige mogelijkheid het anker te laten vallen.
Een andere moeilijkheid blijkt het passeren van een ander schip. Een leeg schip lukt nog wel, maar als we een geladen schip moeten passeren liggen we beide muurvast. Pas nadat de sluismeester water heeft bijgezet, lukt het.
Bezoekers die op de sluis staan toe te kijken of de bewoners van de sluishuisjes vragen steeds wat we mee hebben. Als we dan kunstmest zeggen, klinkt het steeds "comme d'habitude" want dat is blijkbaar nog het enige wat hier over het kanaal gaat.
Om af te remmen gebruikt Roeland een staalkabel. Misschien wel zwaar en wat onhandig, maar er zit geen rek in en je stopt op de centimeter, precies waar je wil.
De sluizen zelf invaren vind ik nog wel moeilijk. Net voor de ingang zit meestal een overloop, en daar er veel water op de Marne staat kan dit behoorlijk stromen en je wegzetten net voor de ingang. En je hebt maar een paar cm speling. Mondeling tellen van Roeland helpt wel, maar je moet het toch van tevoren inschatten.
Aan de tunnel van Langres besluit ik om over de berg te gaan en niet 2 uur in het donker te zitten. De tunnel blijkt de Marne te volgen tot aan de bron en ook nog eens onder 2 dorpjes te gaan. Erna begint de afdaling richting Saone, wat merkelijk sneller gaat dan in de opvaart. In plaats van 14 sluizen, doen we er nu 27 op een dag.
Als we het kanaal van Heuilley verlaten, hebben we 7 dagen gevaren voor 224 km met 114 sluizen. Onthaasting noemen ze dat! Nu nog één dagje varen en we zijn in Chalon sur Saône.
Zoals steeds verzorg ik de catering en combineer vers stokbrood met een fietstochtje of een eind joggen. Op de Saone gaat het even mis. Ik ga tussen 2 sluizen even naar de Intermarché, maar slaag er door de stormachtige tegenwind niet in de l'Ombrage in te halen. Ook zit ik nog eens aan de verkeerde kant van de rivier, dus zit er niets anders op dan de sluis over te slaan en met een zware boodschappentas een solo-rit van 50km te maken richting Chalon.
Vanuit Chalon ga ik met de trein naar de Picaro, die een paar dagen achter ons vaart, op weg naar Sète.
Simple InformationSeine dans Paris
Arrets de navigationCanal du Rhône à Sète
Simple InformationSaône
cloturant l'avis FR/2024/07878Canal du Rhône à Sète
cloturant l'avis FR/2024/08479Canal du Midi
Arrets de navigationCanal du Loing
POSEIDON