ELV Photo

ELV France SARL
10, rue Michel Servet
FR 59000 LILLE
Frankrijk
+31 10 31 39 952

ELV
Boterdiep 46
3077 AW Rotterdam
Nederland
+31 10 31 39 973

ELV +31 10 31 39 973

Reis 1: Van Eurville-Bienville naar Lyon

Wat vooraf ging

Al vanaf jonge leeftijd speelde de binnenvaart een rol in mijn leven. Ik werd geboren op een woonark in de industriehaven in Den Bosch. Als kleine jongen zag ik de schepen aan en af varen die kwamen lossen bij de bouwmaterialenhandel recht tegenover ons. Toen onze ark later een paar honderd meter versleept was, waren het schepen die gerst kwamen lossen voor de brouwerij van Heineken. Het was niet zozeer fascinerend, meer vanzelfsprekend.

Mijn eerste actieve kennismaking met de binnenvaart was in 1974. Ons gezin was inmiddels naar een woning op de wal verhuisd en mijn nieuwe achterbuurman was schipper. Hij voer met een 1950 ton groot sleepschip zand van Kerkdriel naar Terneuzen. Vanwege de kinderen was hij met zijn gezin aan land gegaan. Maar Martin - zo heette de buurman – bleef varen. En ik mocht mee naar Gent.

Een prachtige tocht was het, waarvan ik me de details nog goed weet te herinneren. Het was hartje zomer, druk met watersport. Martin stuurde met twee knoppen op een zelfgeknutselde afstandsbediening aan een dikke draad. Als je op de knoppen drukte ging het enorme stuurwiel vervaarlijk snel draaien. En dan veranderde de Maro – zo heette het bijna 100 meter lange schip – langzaam van koers. Enorme roeren hingen er aan..

Als de Maro geladen was lag de sleepboot schuin achter ons, aan stuurboord. De sleepbootkapitein hoefde zo niet de hele reis te sturen. Leeg terug waren de rollen omgedraaid en werd er echt gesleept. Dan stuurde de sleepbootkapitein en hoefde Martin alleen maar een oogje in het zeil te houden.

In de sluis kwam ik van pas. Want Martin had (waarschijnlijk geheel tegen de regels in) geen matroos aan boord. Dus stuurde ik in de sluis. Als Martin op het voordek rechtsom met zijn arm zwaaide drukte ik op de linkerknop en draaide het enorme stuurwiel naar bakboord. Het invaren ging heel langzaam. Dat was ook wel nodig, want Martin moest de complete 1950 ton met een staaldraad afstoppen. Twee keer ben ik mee geweest. Het waren reizen om nooit te vergeten.

Maandag 4 augustus 

Met mooi weer vertrek ik ’s ochtends vanuit Den Bosch op mijn motorscooter richting Noord-Frankrijk. Met schipper Rens van de Veridis Quo heb ik om 20:00 uur afgesproken in het plaatsje Eurville-Bienville, even voorbij Saint-Dizier. Via de binnenwegen is het vanuit Nederland toch nog dik acht uur rijden. 

Ik heb geluk, want terwijl de natte wegen laten zien dat er voor mij uit steeds flinke buien zijn gevallen, hou ik het zelf zo goed als droog. Om half acht ben ik op de afgesproken plaats. Rens heeft zijn schip net een kwartier tegen de wal. Wat een timing!  

Drie schepen hebben afgesproken de reis naar Zuid-Frankrijk samen te maken. Dus tref ik op de kade ook de bemanningen van de Westropa en de Liane, allebei met gasten. Ze zijn net begonnen met een barbecue ter gelegenheid van de verjaardag van Henny van de Westropa. Ik val met mijn neus in de boter en schuif gezellig aan.

Het begint al donker te worden als we mijn scooter aan boord hijsen. Daarvoor moeten we Veridis Quo eerst nog een stuk verhalen. Met enig gepruts hangt mijn Honda SH150i onder het autojuk aan de spanbanden en takelen we hem het ruim in, op een kleed bovenop de lading kunstmest. Luiken dicht: die zien we de komende anderhalve week niet meer.

Dinsdag 5 augustus

Eurville-Bienville ligt aan het Canal de la Marne à la Saône dat recentelijk heel modieus is omgedoopt tot Canal entre Champagne et Bourgogne. Het convooi van drie spitsen heeft de eerste sluizen al gedaan. Maar we hebben er nog 54 te gaan voordat we op het hoogste punt zijn. Na een tunnel van vijf kilometer gaan we vervolgens dalen richting de Saône. Dat zijn nog eens 43 sluizen in de afdaling. In totaal een tocht van dagen.

Rens start de motor om 6:45 uur en precies om 7 uur liggen we in de sluis. Schutten heb ik in mijn langjarige carriere als zeiler natuurlijk al vaker gedaan. Maar met zo’n groot schip (ja echt wel op dit water) zo’n kleine sluis in te varen toch weer een hele ervaring.

veridisquo-invaren.jpg

Het past net. Vier cm aan beide kanten houden we over. En voor en achter allebei een halve meter.  Zo had de Franse minister Freycinet het rond 1880 ook bedoeld met zijn verordening van een vaste sluismaat van 39x5.20 meter voor alle Franse sluizen. De spitsen zijn vervolgens precies op die maten gebouwd.  


rens.jpg

Rens is met zijn 24 jaar een opvallend jonge schipper. Al op de middelbare school wist hij dat hij spitsenschipper wilde worden. Na een opleiding op het Scheepvaart- en Transportcollege in Rotterdam was het twee jaar geleden zover: hij kocht zijn eigen spits en ging varen. Mooi hoor, iemand die zondermeer zijn droom achterna gaat.


We doen de eerste sluizen. Ze liggen steeds een paar kilometer uit elkaar. Het kanaal is smal en ondiep. Door de enorme zuiging ligt het tempo dan ook laag. Met een kilometer of drie per uur hebben we het wel gehad.

Rens is gewend alleen te varen en legt zelf aan in de sluis. Ik zet vervolgens de motor in zijn vrij, draai de roerbladen plat zodat ze niet tegen de drempel komen (duimen omhoog naar Rens als bevestiging) en start met de afstandsbediening de automatische schutting. Voorop doet Rens het precisiewerk van het op zijn plaats houden van de Veridis Quo. Dat is een kwestie van goed opletten. Vanwege de geringe speling mogen we niet voor- of achteruit. Terwijl het water de sluis in kolkt houdt Rens behendig de lijnen strak.

ochtendnevel.jpg

We kunnen varen binnen de openingstijden van de sluizen. Die zijn van 7 tot 19 uur. Maar elk kwartier wordt benut. Dus drijven we al om 6.45 uur voor de sluis en proberen rond 19 uur nog net een laatste keer te schutten, het liefst met een lang pand voor ons zodat we na zevenen nog even kunnen doorvaren. Het kanaal bepaalt ons ritme, en dat voelt eigenlijk prima.


Meteen blijkt al dat deze trip geen plezierreisje is. Iedereen is er op gespitst om dagelijks zover mogelijk te komen. En dat betekent de tijd optimaal gebruiken, elke dag. We zijn op missie. De kunstmest moet worden afgeleverd in Arles.

rens-marifoon.jpg

De Liane van Frans en Liane (met gasten) vaart voorop, de Westropa van Janarie en Henny met hun drie kinderen daarna, ook met gasten in de voorwoning. Rens en ik sluiten de rij met de Veridis Quo. Omdat er steeds een sluis tussen de schepen zit zien we elkaar het meest van de tijd niet. Daarom houden we contact via de marifoon. Vanwege de lage bruggen liggen de VHF-antennes op alle drie de schepen plat. Dus dat helpt niet echt voor een goede ontvangstkwaliteit.


’s Avonds blijven we midden in het kanaal liggen. Dat is in het midden al ondiep, maar aan de kant helemaal, dus tegen de wal liggen is er niet bij. Wij vlijen ons met de Veridis Quo aan tegen de Westropa die één lijntje naar kant heeft uitgegooid. Het is vooral voor de sier. We kunnen toch geen kant op.

Henny heeft het eten al klaar. Rens en ik  mogen als ‘alleenstaande mannen’ gastvrij aanschuiven. Maar eerst moeten er nog wat mensen aan boord die net een wandelingetje hebben gedaan. En dat gaat op een prachtige manier. De Westropa is namelijk nog uitgerust met ‘zwierbomen’.

Het gaat om palen van een meter of zes die voor op de den aan een scharnier zitten en zo wijd uit kunnen zwaaien. Ik herken de palen van schepen die vroeger op de Maas voeren, maar wist nooit waarvoor ze dienden. Nu we een meter of vier uit de kant liggen bewijzen ze hun nut. Met wat handigheid zwier je droog aan land of terug aan boord. Bijna alle spitsenschippers hebben ze verwijderd, maar in dit geval komen ze echt van pas.

Woensdag 6 augustus

rens-voordek.jpg

Rens is zeer bedreven in het alleen varen. Bij manoeuvres gaat hij steeds zeer planmatig te werk. Precies op tijd naar voren lopen, motor nog in zijn werk, schip naar voren laten lopen, afstoppen, andere lijn op een paal zetten, schroef uit zijn werk, roeren plat, op de knop ‘bassinée’ drukken, naar voren lopen, gedoseerd lijnen vieren of doorhalen. En dat alles in een prachtig afgepast ritme, nergens haast, ‘just in time’. Prachtig om te zien.


Even nog wat toelichting op de term ‘paal’: alles op het land waar je een lijn omheen kunt leggen heet ‘paal’ in schippersjargon, zo hoor ik van Rens. Zelfs al is het ding op de kant overduidelijk een bolder, dan is het nog een paal. Zeg geen bolder, of je valt door de mand als iemand van buiten. Op het schip zelf heet zo’n ding dan weer wel altijd een bolder, ook goed om te weten.

Als we de sluis uitvaren – opboksend tegen de zuiging – schiet Rens op zijn gemak de dikke lijnen op, loopt rustig terug en vlijt zich in zijn comfortabele stuurstoel. Stuurpookje onder handbereik, sigaartje tussen de vingers.

Het zijn zoveel sluizen dat het nemen er van een soort automatisme wordt, een kadans waar je niet meer onderuit kunt. Invaren, op de knop drukken, schutten, uitvaren, naar de volgende sluis.  

Aan het eind van de middag komt er een nieuw fenomeen: de bediende sluizen. De knopjes van de ‘telecommande’ maken plaats voor sluiswachters en vlees en bloed. Wel zo gezellig.  

sluiswachteres.jpg

En in ons geval zijn het allerminst humeurige, tegen hun pensioen aan zittende oude mannen die het leven als sluiswachter al jaren zat zijn. Nee hoor, het zijn frisse studentes die onze dag komen opfleuren met hun aanwezigheid. Op hun scootertjes rijden ze ons vooruit naar de volgende sluis. Johoe, daar zijn we weer!


’s Avonds is onze lieftallige sluiswachtster net gevlogen als we om iets voor zevenen bij de sluis zijn. De Liane en de Westropa zijn al verder. We parkeren de Veridis Quo met de steven bijna tegen de sluisdeuren. Morgen om 7 uur moeten we daar wel weg zijn, anders is het foute boel. Bij de ingang zitten sensoren. Blokkeren kan er voor zorgen dat de automatisering op hol slaat en de sluis op dubbel rood zet.

De Liane en de Westropa liggen een stukje verderop. We eten bij hen aan dek. Als het gaat regenen verruilen we het dek voor de roef van de Liane. Daar leg ik nog maar eens uit waarom ik belangstelling heb voor de spitsenvaart. Kort samengevat: baan kwijtgeraakt, al een leven lang belangstelling voor de binnenvaart. Gedacht dat het varen op een klein schip economisch gezien verleden tijd was. Pas ontdekt dat er na jaren van malaise weer een boterham te verdienen valt met de spitsenvaart. Maar ook dat overstappen van de wal naar het water niet iets is wat je zomaar doet.

Vandaar dat ik meteen enthousiast werd toen ik de ELV-site ontdekte. Ten eerste dat zij een coöperatie zijn die voor werk (vracht) kunnen zorgen. Maar ook dat zij – heel slim – het aantal spitsen en schippers op peil proberen te houden. Heel vooruitstrevend heeft de ELV daarom een stageproject, waar ik nu dus aan meedoe. Hulde voor de toekomstgerichtheid van de ELV.

Daarna nog even gediscussieerd over de mogelijkheden om ervaring op te doen en papieren te halen. Een wijs woord van Pieter, gast op de Liane, spreekt me aan: “Waarom zou je je overkwalificeren als je weet wat je wilt”. Inderdaad, recht op het doel af, goeie tip.

Donderdag 7 augustus

Vandaag weer hetzelfde recept: kwart voor zeven opstaan, onze Detroit Diesel starten, stipt om zeven uur de sluis in. Maar voordat we gaan zwem ik weer een stukje. Het is heerlijk wakker worden. 

De eerste sluizen vandaag zijn weer geautomatiseerd. Met Rens praat ik over vracht krijgen en reizen maken. Een beetje lanterfanten is er niet bij. Je kunt wel even stil liggen tussen twee reizen in, maar het is wel zaak snel aan de bak te komen.

Tijdens een reis is het doorvaren, uren maken. Snelheid telt en wordt ook meestal door de opdrachtgever verwacht. Wij hebben dit keer – bij uitzondering – een vrij ruime tijd om in Zuid-Frankrijk te komen. De drie schippers hebben gevraagd of ze een paar dagen eerder konden laden. Dat geeft ze nu wat speling tijdens deze mooie tocht.  

eclusiere.jpg

Na een paar sluizen krijgen we weer hulp, dit keer van de lieftallige Tiffany uit Langres. Ze loodst ons de sluizen door – en helpt ons in de stuurhut aan een gespreksonderwerp dat nu eens even helemaal niet over varen gaat.

We meren de Veridis Quo weer met de kop in de sluisingang en nemen een biertje op de mooie dag van vandaag.

 

Vrijdag 8 augustus

Na een heerlijk zwempartijtje (ik dan, Rens houdt het liever droog) schutten we door sluis 12. Tiffany is net als gisteren weer onze sluiswachtster. Met haar brommertje staat ze om kwart voor zeven al keurig klaar. Voor zevenen varen we de sluis in. Ze begeleidt ons vandaag tot en met sluis 3.

Na sluis 3 vervolgens nog twee automatische sluizen voordat we bij Langres een vijf kilometer lange tunnel ingaan: een hele ervaring, anderhalf uur met ons gevaarte door een schaars verlichte pijp schuiven.

De tunnel is meteen het hoogste punt van het kanaal. Vervolgens begint een nieuwe serie sluizen, oplopend van 1 tot en met 43. We gaan dalen richting de Saône, die ons naar de Rhone en Zuid-Frankrijk zal brengen.

Het leven op het kanaal is prachtig. Vanuit een hoog perspectief kijk je over steeds weer wisselende landschappen. Elk kanaalpand is anders. Soms varen we tussen weilanden met koeien, of door uitgestrekte graanvelden. Dan is het weer alsof je door een park vaart, met links en rechts prachtige bomen die langs het kanaal een soort statige laan vormen. 

1883.jpg
bart.jpg

Ondertussen stuur ik al hele stukken terwijl Rens ondertussen wat anders doet. Opvallend is hoe ondiep het kanaal is. Wij steken 1.80 meter. De gegarandeerde diepte van het kanaal zou 2.20 meter moeten zijn. Maar geregeld geeft de dieptemeter 0.00 aan en dat betekent dat we met ons voorschip door de modder ploegen. De geringe diepte heeft ook extra zuiging tot gevolg en dat bekent verlies aan snelheid en meer brandstofverbruik.


Vaarwegbeheerder VNF zou zich best wat meer gelegen mogen laten liggen aan het onderhoud van het kanaal. Het lijkt er op dat deze organisatie meer bezig is met de toerist dan met van de professionele vrachtvaarder. Langs het kanaal zijn recentelijk wel prachtige fietspaden aangelegd, plus picknickplekken en bordjes met toeristische informatie. Maar ondertussen slibt het kanaal dicht en groeien er dikke pakken waterplanten.

Wel moet gezegd worden dat het personeel op de kant zich bijzonder voor ons inzet. Ze komen op tijd, reageren snel op meldingen en ze zijn vriendelijk. Mogelijk zijn wij voor hen – het lagere personeel - ook een soort teken dat er in ieder geval iemand het kanaal nog serieus neemt.

Voor de laatste sluis die we vandaag hopen te nemen loop ik met de ‘telecommande’ alvast voor de Veridis Quo uit. Terwijl Rens nog een kilometer terug vaart druk ik om precies 18.58 uur op de knop. Zo is de sluis voor ons gereserveerd en kunnen we hier nog schutten voordat het licht op dubbel rood gaat. Het is op de kop af al de 27e sluis voor vandaag, een mooie score.

Zondag 10 augustus

Al om zes uur (’s-ochtends dus) lig ik in het kanaal voor mijn dagelijkse zwempartijtje. Want we gaan om 6.15 uur vertrekken. Dat had Rens tenminste bedacht. Helaas was hij vergeten dat het zondag is en de sluizen pas vanaf 9.00 uur draaien. Enfin, dan maar weer even naar bed.

vanguard-kruisen.jpg

Als we na negenen eenmaal varen komen we de eerste volwassen tegenligger tegen. Het is de leegvarende Belgische spits Vanguard. Schipper Rudy en zijn vrouw hebben de stuurhut afgebroken om onder de bruggen door te kunnen. Maar met dit weertje – 25 graden en zonnig – zal sturen in de cabriostand geen straf zijn.


Maandag 11 augustus

wolkjes.jpg

De twee laatste sluizen door en we zijn op de rivier: de Saône. Heerlijk dat brede water dat zich langzaam rondslingert tussen de oevers, met aan beide kanten bomen tot aan het water. Met mijn leven op en rond de Maas ben ik toch echt een rivierenmens. De een à twee kilometer stroom in de rug geeft ons een lekker duwtje mee, zodat we plotseling rond de 10 km/u gaan in plaats van de 3 km/u op het kanaal. Dat schiet lekker op.


Halverwege de middag meren we aan in Saint Jean de Losne. Dit was vroeger een centrum voor de binnenvaart wordt me verteld. Er was een schippersbeurs en daardoor veel nautische bedrijvigheid. Wat er van over is? Een scheepswerf waarover de heren schippers niet zo tevreden zijn. Dat was het wel zo'n beetje. Bij de brug ontdek in een bewoond scheepje dat ik aan zijn typische vorm herken als voormalige parlevinker. Mmm, wat een heerlijke nostalgie.

We doen boodschappen in de plaatselijke supermarché en eten ’s avonds – gezellig – met het hele gezelschap op een terras. Dit is wel zo’n beetje leven als God in Frankrijk.

Dinsdag 12 augustus

We liggen hier voor het eerst met alle drie de spitsen naast elkaar. Als het nog donker is maken we de touwtjes los en met een gracieuze beweging glijdt de Westropa tussen ons en de Liane uit, op weg naar Lyon. Later blijkt de Liane weer veruit de snelste te zijn.

3schepen.jpg

Even noteren, de Liane is er een van werf De Wachter uit Boom in België. De Veridis Quo (van de Waalse werf Plaquet ) en de Westropa (Van Garsse, Moerbeke) zijn duidelijk minder snel. Iets om op te letten bij aankoop van een schip. Want één of twee kilometer extra scheelt veel met deze snelheden en op deze afstanden.


We meanderen door het Franse landschap. Aan de kant veel vissers die in deze zomermaand complete kampementen langs de oevers hebben opgebouwd. Op het water komen ons talloze gehuurde rivierboten tegemoet, waarvan vooral gezegd kan worden dat ze groot en lomp zijn.

Woensdag 13 augustus

macon.jpg

We liggen hartje Macon. Dat is een mooi privilege van de spitsenvaart: we hebben de mooist plekjes voor het uitzoeken. Hoewel. Vannacht ben ik rond 3.30 uur opgeschrikt door een enorm riviercruiseschip dat bij ons aan de palen kwam liggen. Met felle schijnwerpers zetten ze ons in het volle licht. Gelukkig bleek er plaats genoeg en hoeven we niet te verhalen. Want dit is wel een plaats die gereserveerd is voor cruiseschepen. Dat staat tenminste op de bordjes.


Als ik drie uur later weer opsta, regent het. Nederlandse condities, zeg maar. De cruisegasten zitten al aan het ontbijt, ziet er gezellig uit. Wij maken een nauwkeurige manoeuvre waardoor we ondanks de stroom in onze rug het meest linker gat van de brug kunnen halen. Het vergt nog enige handigheid.

Deze etappe varen we tot Lyon. Het is een prachtige aankomst, kronkelend door de stad, die zich langzaamaan aan ons presenteert. Net als elders zijn we hier zelf ook een beetje een bezienswaardigheid. Net ten zuiden van het centrum leggen we aan bij een superfuturistische wijk en is er tijd voor stadsbezoek. Lyon mag de naam misschien niet hebben, het is er prachtig.

Donderdag 14 augustus

vertrek.jpg

Tijd om af te stappen, ik ben toch al een dagje langer gebleven. In alle vroegte varen Rens en ik naar een laad- en loskade waarvan we vermoeden dat we er best even mogen liggen. Met de autokraan takelen we mijn scooter weer uit het ruim en zetten hem voorzichtig op de kant. Ik doe mijn tassen er op, Rens trekt de Veridis Quo zachtjes achteruit van de wal. Het is een mooi afscheid bij opkomende zon. En we gaan elkaar weer zien...

Volgende reis >

 

Avis


AHOY II

AHOY II

TRACKING & TRACING

Tracking and Tracing
MEER >
×

Tracking en Tracing




×

INLOGGEN